De juiste plaatsing van noodverlichting: zo zorg je voor een veilige vluchtroute

Een goed ontwerp van noodverlichting begint niet bij het kiezen van een armatuur, maar bij het analyseren van het gebouw. De norm NEN-EN 1838 geeft richting, maar elk gebouw heeft unieke aandachtsgebieden. In dit artikel ontdek je precies waar noodverlichting moet worden geplaatst én waarom.

noodverlichting_plaatsen

Belangrijke vuistregels voor plaatsing

Noodverlichting moet in ieder geval aanwezig zijn bij:

  • Nooduitgangen en vluchtdeuren
  • Trappenhuizen, bordessen en niveauverschillen
  • Kruispunten van gangen en splitsingen
  • Ruimtes groter dan 60 m² met publiekstoegang
  • Brandblussers, AED’s en andere noodvoorzieningen

Daarnaast moet elke vluchtroute altijd voldoende horizontale én verticale verlichting bieden zodat obstakels goed zichtbaar zijn.


Praktijkscenario’s per gebouwtype

Kantoren

  • Plaats armaturen bij elke deur die toegang geeft tot een corridor.
  • Let op verblijfsruimtes die via één vluchtrichting ontsnappen.

Industrie & logistiek

  • Houd rekening met hoge montagehoogtes en schaduwen van stellingen.
  • Overweeg anti-paniekverlichting in open magazijnen.

Zorginstellingen

  • Continu-verlichting is vaak vereist in gangen en verpleegafdelingen.
  • Vluchtroutes kunnen complex zijn: testbereikbaarheid van armaturen is cruciaal.

Horeca & publieke gebouwen

  • Grote zalen vragen om berekening van uniforme lichtverdeling.
  • Markeer duidelijk alle secundaire uitgangen.

Checklist – plaatsing noodverlichting (10 punten)

  1. Is de route naar elke nooduitgang volledig zichtbaar?
  2. Zijn hoogteverschillen voldoende verlicht?
  3. Zijn er obstakels die schaduwvorming kunnen veroorzaken?
  4. Is de pictogramrichting consistent in het hele gebouw?
  5. Zien medewerkers de armaturen ook bij rookontwikkeling?
  6. Is de lichtsterkte conform norm?
  7. Zijn belangrijke middelen (brandhaspels, AED) verlicht?
  8. Is er anti-paniekverlichting in open ruimten?
  9. Is test- en onderhoudstoegang praktisch?
  10. Zijn centrale en decentrale systemen logisch gecombineerd?
Deel dit artikel Facebook Twitter LinkeIn